21 | En 1) daarvandaan komend,
week Jezus uit naar de (lands)delen van Tyrus en Sidon 2) |
22 | En zie, een Kanaänitische vrouw,
die uit die gebieden vandaan kwam, schreeuwde: |
23 | Hij antwoordde haar echter met geen woord.
Vervolgens kwamen zijn leerlingen naar hem toe en vroegen hem: |
24 | Maar antwoordend sprak hij:
Ik ben tot niemand anders gezonden,
dan alleen de verloren schapen van het huis van Israël. |
25 | Zij kwam evenwel, viel voor hem neer en zei:
Heer, help mij toch !
|
26 | Maar hij gaf haar ten antwoord:
Het is niet goed het brood van de kinderen te nemen
en het de hondjes toe te werpen. |
27 | Zij echter zei:
Inderdaad, Heer, en toch eten ook de hondjes van de kruimels,
die van de tafel van hun heren vallen. |
28 | Toen antwoordde Jezus en sprak tot haar:
O vrouw, groot is je geloof.
Zoals je wilt, zal je gebeuren ! En haar dochter was genezen vanaf dat uur.
|
29 | En zich vandaar verplaatsend,
kwam Jezus aan de zee van Galilea en hij ging de berg op en zette zich daar neer. |
30 | En talrijke menigten kwamen op hem toe,
en met hen lammen, verminkten, blinden, stommen en vele anderen, en zij wierpen hen aan zijn voeten. En hij genas hen. |
31 | Zodat de menigte de wonderen zag:
stommen spraken, verminkten waren gezond, en lammen wandelden en blinden zagen. En zij verheerlijkten de God van Israel 5). |
1 | vertaling van Leen de Ronde |
2 | zie volkerentafel Gen. 10:15, ook Gen. 9:18 e.v. |
3 | wellicht een toespeling op Izebel, zie 1Kon. 16:19 e.v.en 1Kon. 21 i.h.b.v.23-26 |
4 | laat haar gaan, - zie ook v.32 - ligt als vertaling meer voor de hand, maar gezien Jezus reactie in v. 24 vat hij het anders op |
5 | deze uitdrukking herinnert er aan dat Jezus hier nog altijd op heidens terrein, bij de volkerenzee, opereert. |